Een immateriële schadevergoeding aanvragen

Wat is immateriële schade?

Immateriële schade is schade die niet direct in geld is uit te drukken, in tegenstelling tot materiële schade zoals medische kosten of verlies van inkomsten. Immateriële schade kan bestaan uit lichamelijke pijn, psychisch leed, verlies van levensvreugde of aantasting van de eer en goede naam. In Nederland is de vergoeding voor immateriële schade wettelijk geregeld in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek.

De wet noemt drie categorieën waarin een immateriële schadevergoeding kan worden toegekend:

1. Lichamelijk letsel: bijvoorbeeld in geval van een verkeersongeluk waarbij iemand ernstig gewond raakt. Ook kan er gedacht worden aan mishandeling of misbruik. Ten slotte willen we fouten bij medische ingrepen nog aanhalen. Maar er zijn tal van andere gevallen. Neem vrijblijvend contact op met DLSA om te kijken of uw lichamelijke letsel voldoet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een immateriële schadevergoeding.
2. Aantasting van eer en goede naam: bijvoorbeeld bij smaad of laster, waarbij de reputatie van iemand wordt aangetast.
3. Inbreuk op de persoonlijke levenssfeer: bijvoorbeeld bij privacyschendingen, zoals het openbaar maken van persoonlijke gegevens zonder toestemming.

Het doel van een immateriële schadevergoeding is om het slachtoffer enige vorm van compensatie te bieden voor het leed dat hij of zij heeft ondervonden. Hoewel geld niet direct het leed kan wegnemen, biedt de vergoeding erkenning en kan het een vorm van genoegdoening zijn.

Wie kan een immateriële schadevergoeding aanvragen?

Niet iedereen kan zomaar een immateriële schadevergoeding aanvragen. Om in aanmerking te komen, moet je aantonen dat je daadwerkelijk schade hebt geleden die valt onder een van de drie eerder genoemde categorieën. In de praktijk wordt een immateriële schadevergoeding vaak toegekend aan slachtoffers van ongevallen, medische fouten of strafbare feiten zoals mishandeling, doxing of verkrachting.

Daarnaast is het voor nabestaanden van een overleden slachtoffer mogelijk om een immateriële schadevergoeding aan te vragen, bijvoorbeeld wanneer een dierbare door schuld van een ander is overleden. Dit wordt vaak aangeduid als affectieschade. Ook naasten van een slachtoffer met ernstig en blijvend letsel kunnen in aanmerking komen voor de vergoeding van affectieschade.

Hoe vraag je een immateriële schadevergoeding aan?

Het proces voor het aanvragen van een immateriële schadevergoeding kan complex zijn, vooral omdat de schade niet altijd eenvoudig te kwantificeren is. Hieronder staan de belangrijkste stappen om een succesvolle aanvraag in te dienen:

1. Verzamel bewijs van de immateriële schade

Het eerste wat je moet doen is bewijzen dat je immateriële schade hebt geleden. Dit kan bijvoorbeeld door middel van medische rapporten, getuigenverklaringen of andere documentatie die je emotionele of psychologische schade kan aantonen. Bij een claim voor een immateriële schadevergoeding is het essentieel om aan te tonen dat je door het incident emotioneel of psychologisch bent geraakt. Er moet een causaal verband bestaan tussen het incident en de geleden immateriële schade.

In sommige gevallen, zoals bij psychische klachten na een ongeval, kan het noodzakelijk zijn om een psycholoog of psychiater te raadplegen die kan bevestigen dat je daadwerkelijk schade hebt geleden.

2. Stel een aansprakelijkstelling op

De volgende stap is het opstellen van een aansprakelijkstelling, waarin je de partij die verantwoordelijk is voor je schade aansprakelijk stelt. Dit is een formele brief waarin je duidelijk maakt dat je immateriële schade hebt geleden door hun toedoen en dat je hen daarvoor aansprakelijk houdt. Het is verstandig om hiervoor juridische hulp in te schakelen, zodat je zeker weet dat de brief correct is opgesteld.

3. Onderhandelen over de hoogte van de schadevergoeding

De hoogte van een immateriële schadevergoeding kan sterk variëren, dit is afhankelijk van de ernst van de schade en de omstandigheden van het geval. In Nederland wordt vaak gebruikgemaakt van de zogenaamde “Smartengeldgids” van de ANWB, waarin eerdere uitspraken van rechters zijn verzameld over de hoogte van immateriële schadevergoedingen. Dit biedt een richtlijn, maar uiteindelijk hangt de exacte vergoeding af van de specifieke omstandigheden van jouw situatie.

Bij een claim voor een immateriële schadevergoeding wordt vaak gekeken naar factoren zoals de duur en intensiteit van het emotionele leed, de aard van het incident en eventuele langdurige psychologische gevolgen.

4. Schikking of rechtszaak?

In veel gevallen zal de partij die aansprakelijk wordt gesteld proberen om een schikking te treffen. Dit kan voordelig zijn omdat een rechtszaak tijdrovend en kostbaar kan zijn. Echter, je kunt ervoor kiezen om de zaak voor de rechter te brengen als je niet tevreden bent met het voorgestelde bedrag.

Tijdens een rechtszaak zal de rechter beoordelen of je daadwerkelijk recht hebt op een immateriële schadevergoeding en zo ja, hoeveel. In de rechterlijke beslissing worden zaken zoals de ernst van het leed en eerdere jurisprudentie meegewogen.